Reuk & Smaak
Reukvermogen en smaakwaarneming spelen een grote rol bij de acceptatie van voeding. Het reukvermogen van een hond verschilt per ras: de reuk is bijvoorbeeld minder goed bij rassen met een korte snuit. Ook het geslacht speelt een rol bij de reuk. De teef is gevoeliger voor geuren dan de reu, vooral tijdens de loopsheid. Castratie vermindert het reukvermogen zeer sterk.
De smaak is het voornaamste criterium wanneer het dier de voeding eenmaal in zijn bek heeft. De waarneming van de smaak varieert, zo proeft een teef bijvoorbeeld beter een zoete smaak dan een reu. Acceptatie hangt bovendien ook af van eerdere ervaringen; evenals de mens “proeft” ook de hond zijn herinneringen!
Rust & ruimte
De manier waarop de voeding wordt gegeven heeft ook invloed op de acceptatie. Over een hond heen buigen is voor een hond een dominant gebaar. Als de eigenaar tijdens het eten over de hond heen gebogen staat om te kijken of de hond de voeding lekker vindt, kan de hond zich hierdoor dus onderdanig gaan gedragen en de voeding laten staan voor “de hogere in rang”: de eigenaar. Geef de hond dus rust en ruimte tijdens het eten.
Consequent zijn
Als een hond zijn gebruikelijke voeding weigert, kan dit een teken zijn van ziekte. Als dit één keertje is, is dat niet zo erg. Iedereen heeft wel eens een verminderde eetlust. Eet een hond meerdere dagen slecht of helemaal niet, dan is het, zeker bij een pup, belangrijk om na te gaan of dit met gezondheidsproblemen te maken heeft.
Regelmatig heeft het niet willen eten echter niets te maken met de gezondheid. Het kan bijvoorbeeld zijn dat de hond simpelweg op zoek is naar voeding met een hogere “sociale waarde”, zoals voeding die hij van tafel krijgt door te bedelen. Ook een hond in de puberteit kan lange tijd slecht of niet willen eten, simpelweg omdat deze aan het uittesten is of hij zijn baas zover krijgt om iets anders te geven. In deze gevallen moet men niet toegeven aan de grillen van de hond: consequentie is hierbij het sleutelwoord. Bied de hond op vaste tijden de voerbak aan en haal deze na 15 minuten weg, ongeacht of de hond deze leeg heeft gegeten. Op het volgende tijdstip van voeren kan dan opnieuw de voeding worden aangeboden. Wees hierin strikt, want ook hier geldt het spreekwoord: de aanhouder wint!
Zielig?
Er zijn mensen die het zielig vinden om hun hond dag in dag uit dezelfde voeding te geven. Dit is echter een “antropomorfische”, ofwel menselijke gedachten. Wij denken, omdat wij niet graag iedere dag hetzelfde eten, dit ook voor onze hond geldt. Niets is echter minder waar: honden vinden het niet erg als de voeding nooit wordt veranderd. Belangrijk is natuurlijk wel dat deze evenwichtig is en voldoet aan hun voedingsbehoeften.
Onbekend maakt (on)bemind
De spontane voorkeur voor een nieuwe en onbekende voeding (neofilie), hangt af van het voedingspatroon wat er aan vooraf is gegaan: naarmate de hond langer dezelfde voeding heeft gekregen zal hij een langer durende voorkeur hebben voor een nieuwe voeding.
Hoe vaker wordt gewisseld van voeding, hoe korter de hond de voeding spontaan zal eten, hoe kieskeuriger hij dus wordt.
© Royal Canin Nederland BV – maart 2008